Vol van vreugde, dankbaar voor het wonder (Lied 355)

Categorie: Liederen uit Scandinaviƫ
Publicatie in: Schiedams Kerknieuws
Datum: oktober 2018

Artikel openen in groter venster Stuur dit artikel door Dit artikel afdrukken


Vol van vreugde, dankbaar voor het wonder
van het kind dat onze handen dragen,
komen wij tot U, o bron van leven.
Lied 355

Eén van de aanwinsten van het nieuwe liedboek is zeker het dooplied ‘Vol van vreugde, dankbaar voor het wonder' (lied 355). De dichter van dit lied, de Noor Svein Ellingsen, was aanvankelijk schilder, journalist en leraar en ging zich pas later toeleggen op het schrijven van liedteksten. Bekende componisten als Knut Nystedt en Egil Hovland en Trond Kverno zetten zijn teksten op muziek.
Egil Hovland componeerde in 1977 de melodie bij het lied ‘Fylt av glede over livets under', zoals deze nog steeds in de Noorse en Duitse gezangboeken staat afgedrukt. De Zwitserse componist Linus David componeerde in 1990 echter een nieuwe melodie bij deze tekst. Waarschijnlijk droeg de melodie van Hovland al te zeer de melancholische ondertoon mee, die zo eigen is aan de Scandinavische melodieën. Een ondertoon die bij een feestelijk gebeuren als een doop niet zo op zijn plaats is! Misschien heeft Hovland zich vooral laten leiden door de tekst van de tweede regel: ‘Vol van zorg om wat er kan gebeuren'....
Hoe dan ook: deze latere Zwitserse versie, is in ons Liedboek opgenomen. Waar de Zwitserse melodie direct omhoog gaat bij ‘vol van vreugde' en daarna opnieuw bij ‘dankbaar voor het wonder', schreef Hovland bij ‘vol van vreugde' een halve noot omhoog (naar de ‘bes'), de meest klagende interval van ons toonstelsel. Deze ‘bes' komt ook nog een keer terug bij ‘bron van leven'. Ook herhaalt Hovland de derde tekstregel met een extra melodische regel, waardoor de vaart van het lied verloren gaat, hetgeen de Zwitserse melodie niet doet. In het Noorse origineel bestaat het lied dus uit vier regels, in de Zwitserse versie en in ons Liedboek uit drie.
Iedere melodische regel heeft in beide versies een identieke ritmische opbouw, David heeft de Noorse ritmiek overgenomen, maar verandert het ritme op één moment telkens zodanig dat er een verfrissende afwisseling ontstaat van een tweedelig en een driedelig ritme, bovendien heeft driedeligheid altijd een dansend karakter! Tenslotte valt door deze driedelige accenten het volle licht op de centrale woorden in de tekst, zoals ‘Vol van vreugde', ‘dankbaar voor het wonder' ‘van het kind'...
Hoewel de melodie theoretisch staat genoteerd in g mineur, overheerst de majeurtoonsoort Bes dur. Het Zwitserse licht van de muziek geeft de Noorse tekst voor onze ‘Midden-Europese oren' net die extra glinstering, die de vreugde over het sacrament van de Doop verdient!

Hans Jansen