Heer, raak mij aan met uw adem (Lied 695)

Categorie: Liederen uit Scandinaviƫ
Publicatie in: Schiedams Kerknieuws
Datum: augustus 2018

Artikel openen in groter venster Stuur dit artikel door Dit artikel afdrukken


Heer, raak mij aan met uw adem,
reik mij uw stralend licht,
wijs mij nieuwe wegen,
geef op uw waarheid zicht.
Lied 695

In de serie besprekingen van Scandinavische kerkliederen deze keer aandacht voor het Finse lied ‘Heer, raak mij aan met uw adem' (lied 695). Het is het enige lied uit het Finland dat in ons liedboek is opgenomen. Opvallend is ook hier weer dat het thema ‘licht' een prominente rol speelt. De zo donkere helft van het jaar kan in de Noordse landen alleen maar goed worden doorgekomen als er mentaal ergens een ‘tegenwicht', een ‘tegenlicht' is.
De dichteres Pia Perkiö werd door de liedboekredactie van de Finse bundel ‘Virsikirtja' (1986) uitgenodigd liederen voor jongeren te schrijven omdat zij veel ervaring had opgedaan bij het jongerenwerk in de Lutherse Kerk van Kallia, nabij Helsinki. In het Finse gezangboek en ook in ons liedboek is het lied opgenomen bij de rubriek Pinksterliederen, hoewel de dichteres het lied niet specifiek voor Pinksteren bestemd had. Het kan ook heel goed worden gezongen als ‘gebed bij de opening van het Woord'.
Een aantal componisten werd gevraagd een melodie bij Perkiö's liedtekst te schrijven. Eén van de twee melodieën die Ilkka Kuusisto componeerde, werd uitgekozen. Het zijn zeker niet de minste musici die in Scandinavië de nieuwe kerkliedmelodieën schrijven. Ook Kuusisto is een zeer gewaardeerd hedendaags componist van opera's, symfonieën en kamermuziek. Hij werkte onder andere bij de Finse omroep, de Finse Nationale Opera, het Finse Radio Symfonisch Koor en als docent aan de Sibelius Academie.
Het lied raakte al snel geliefd in Finland. De huidige populariteit blijkt wel uit het feit dat er talloze bewerkingen en opnamen van het lied zijn. De bewerkers en uitvoerders variëren van musici en componisten uit de klassieke wereld tot artiesten uit de amusementsindustrie. Zo maakte een zoon van Ilkka Kuusisto, de componist, dirigent en violist Jaakko Kuusisto, een bewerking voor groot orkest.
De melodie heeft per regel een geheel eigen identiteit. In de eerste regel vinden we twee groepjes van drie toonherhalingen, een soort van reciterende ‘gebedstoon', zoals in de Middeleeuwen de oude hymnen eigenlijk ‘gezongen gebeden' waren. In de tweede regel vormen de eerste vier noten een overmatige kwart, een toonafstand die de naam ‘diabolus in musica' (‘duivel in de muziek') heeft meegekregen vanwege het zo moeilijk te zingen interval. Hier fungeert deze afstand als ‘het zingen door het donker, door de onrust heen', waardoor de belangrijkste noot ‘a' op ‘stralend licht' letterlijk de sterkste belichting krijgt. In de derde regel wordt het melodisch hoogtepunt bereikt. Hier vinden we ook de enige melismes in de melodie (meerdere noten op een lettergreep), waardoor dit melodische hoogtepunt de tekst nog meer diepte en inhoud geeft. In de vierde regel horen we de afsluitende ‘frygische', weemoedige wending, zo eigen aan de muziek uit Scandinavië.
Het is iedere keer een zingen ‘naar het licht', niet ‘in het licht'. De hoop is voelbaar aanwezig, maar het is hoop op wat nog komen moet!

Hans Jansen