Historie

Kamerkoor Musica Sacra werd eind 1974 door Hans Jansen opgericht als 'Bethel Kleinkoor' in de Hervormde Gemeente in Den Haag. Nadat het koor zich in de loop der tijd ontwikkeld had tot een volwaardig kamerkoor en de band met de Bethelgemeente verbroken was, werd in 1991 besloten de naam te wijzigen in Kamerkoor Musica Sacra, een naam die volledig recht doet aan de intentie van het koor, namelijk het ten gehore brengen van oude en moderne kerkmuziek. 
Een radio-opname van het Requiem van Herbert Howells in 1991 vormde het begin van een nieuwe periode. In 1993 en 1999 werd met veel succes meegewerkt aan het Festival Oude Muziek te Utrecht met o.a. werk van da Palestrina, Melchior Franck, Claudio Monteverdi en Heinrich Schütz. Daarnaast wordt volop aandacht gegeven aan composities uit de twintigste eeuw. Zo klonk op het jubileumconcert bij het 25jarig bestaan van het koor in november 1999 werk van Ernst Pepping, Siegfried Reda en Hugo Distler.

In april 2000 zong Kamerkoor Musica Sacra de première van de Johannes Passion, in 2001 werden naast concerten in Den Haag (Gotische Zaal, Kloosterkerk en Lutherse Kerk) concerten gegeven in de Grote Kerk in Maassluis, in Tilburg, Heerlen en Altenberg (Duitsland). Voorjaar 2002 nam het koor deel aan het Festival Oude Muziek in Hoorn met een programma rond Jan Pieterszn. Sweelinck.

Kamerkoor Musica Sacra vierde in het najaar van 2004 zijn 30-jarig bestaan op bijzonder feestelijke wijze met een jubileumconcert, de uitgave van een jubileum-CD en een Kroniek over 30 jaar koorgeschiedenis. Het seizoen werd in juni 2005 afgesloten met geslaagde concerten in Maastricht, Altenberg (Duitsland) en Rijswijk.

In 2006 werd met veel succes de première verzorgd van de Mattheus Passion van Hans Jansen, die ook weer in 2007 tot klinken kwam. Het najaar van 2006 was druk met optredens tijdens het Haagse Kamerkoren Festival, concerten in de Bonifatiuskerk in Rijswijk, de Gotische Zaal van de Raad van State en de Dorpskerk in Kethel. 
In 2007 werden concerten gegeven in de Waalse Kerk in Delft, tijdens het slotconcert van het Festival Oude Muziek Nu in Hoorn en in de Grote Kerk in Brouwershaven. Kamerkoor Musica Sacra verzorgde tijdens deze concerten de Nederlandse première van de Kurpische Lieder van Henryk Mikolaj Górecki. In 2008 werd meegewerkt aan het Internationale Heinrich Schütz Festival in Den Haag, in 2009 vierde het koor haar 35-jarig bestaan met een feestelijk concert in de Kloosterkerk.

In juni 2010 zong het koor het Requiem van Tomás de Victoria in de fraaie Zuider­kerk in Enkhuizen, in 2011 werd de Johannes Passion van Christoph Demantius twee keer uitge­voerd en het motet 'Führwahr, er trug unsre Krankheit' van Hugo Distler.
In 2012 stond de Markus Passion van Heinrich Schütz viermaal op het programma en in 2013 driemaal de Lukas Passion van Schütz. Ter gelegen­heid van het 40-jarig bestaan van het koor compo­neerde Hans Jansen in november 2014 een feestelijk 'Laudate Dominum'.

Tussen 2015 en heden werden naast de stand­plaats Den Haag geregeld concerten gegeven in Voorschoten, Enkhuizen, Oegstgeest, Rijswijk, Kethel en Schiedam.
In 2016 werd meegewerkt aan het Interna­tionaal Heinrich Schütz Festival in Den Haag, waar de componisten Max Reger, Siegfried Reda en Heinrich Schütz centraal stonden.
Najaar 2017 verzorg­de het koor o.a. een con­cert in de Abdij­kerk in Den Haag (Loos­duinen) met wer­ken van Lü­beck, Bux­te­hude, Hanff, Poss en Schütz. In 2018 en 2019 gaf het uit­voe­ring­en met passie­mu­ziek van o.a. Hans Jan­sen (Sta­bat Ma­ter) en Hein­rich Schütz (Lukas­passion) in Oegst­geest, Rijs­wijk, Ke­thel en Den Haag.
In november 2019 vierde het koor haar 45-jarig bestaan in de Abdijkerk in Loosduinen en werd besloten om verder te gaan als projectkoor.