20 jaar Jongerenmuziekdagen

Categorie: Kronieken
Publicatie in: Musica Sacra nr 57
Datum: juli 2006

Artikel openen in groter venster Stuur dit artikel door Dit artikel afdrukken

Tijdens het afgelopen Pinksterweekend (2 tot 5 juni) vierden wij in de ‘Blauwe Schuur' in Amerongen op uitbundige wijze het vierde lustrum van de Jongerenmuziekdagen. In het voorjaar van 1986 waren deze dagen opgezet met het doel een kerkmuzikale brug te slaan tussen de Jeugdmuziekdagen (7-15 jaar) en de Lutherse Werkweek voor Kerkmuziek. Immers, voor de afzwaaiende jeugd van 15 à 16 jaar was de sprong naar de veeleisende polyfone kerkmuziek van de Werkweek te groot en ook het leeftijdsverschil maakte dat de meeste jongeren het contact met de vocale kerkmuziek spoedig verloren zodra ze hun laatste Jeugdmuziekdagen hadden meegemaakt. We beoogden daarom voor jongeren tussen de 16 en 30 jaar muziekdagen te organiseren waar muziek aan bod zou komen die qua technisch niveau behoorlijk hoger lag dan bij de Jeugdmuziekdagen, maar nog niet het niveau had van de Werkweek. Dat deze doelstelling verrassend snel werd gehaald bleek wel uit het feit dat binnen 5 jaar zo'n 10 jongeren enthousiast mee kwamen zingen tijdens de Werkweek. En zo is dat de jaren door telkens blijven gebeuren. Vaak met golfbewegingen, omdat door hechte vriendschapsbanden een groepje jongeren vaak met elkaar deze sprong maakte. En zo bewoog het technisch niveau duidelijk mee met de ontwikkelingsgang van deze jongeren. Als een vaste kern van enthousiastelingen vele jaren achtereen bij elkaar bleef en deze mensen zich ook in hun eigen omgeving aansloten bij cantorijen of kamerkoren (en zich zo nog sneller ontwikkelden), bleek het niveau op den duur zo omhoog te zijn gegaan dat het voor de jongste nieuwkomers steeds moeilijker werd om in te springen bij deze zo voortvarend rijdende kerkmuzikale trein!

Om voor deze nieuwkomers ook deze overgang gemakkelijker te maken werd opnieuw een tussenvorm bedacht, deze keer in nauwe samenwerking met het Centrum voor de Kerkzang en zo werd in het najaar van 1999 het ‘Kerkmuziekweekend voor Jongeren' georganiseerd. Bewust werd nu weer aangesloten bij het niveau van de jongeren die net afgezwaaid waren van de Jeugdmuziekdagen. Maar ook derden dienden zich aan en zo konden drie zeer geslaagde weekenden in de ‘Witte Wieven' in Nunspeet worden georganiseerd. Van deze groep kon na enkele jaren iedereen eigenlijk moeiteloos de overstap maken naar de Jongerenmuziekdagen. Deze golfbeweging hebben wij een aantal keren meegemaakt en telkens is het even verrassend als verblijdend om te zien hoe snel gemotiveerde jongeren zich kunnen ontwikkelen! Zeer veel valt er te vertellen over 20 jaar Jongerenmuziekdagen. We zullen ons echter beperken tot enkele hoofdlijnen.

Hoekelum (1986-1989)

Haast als vanzelfsprekend werden de eerste Jongerenmuziekdagen gehouden in het Luthers buitencentrum Hoekelum nabij Ede. Hier was Willem Mudde in 1951 begonnen met de Lutherse Werkweek voor Kerkmuziek, hier waren vele studiedagen en conferenties over kerkmuziek gehouden, dit was de plek waar 10 jongeren zich in het Hemelvaartsweekend van 1986 meldden. Dat er van deze start jammer genoeg geen verslag is gemaakt hangt samen met het feit dat na het overlijden van Willem Mudde de verschijning van ons tijdschrift ‘Musica Sacra' in 1985 was gestopt en pas in het voorjaar van 1987 weer een nieuw leven kreeg. Helaas konden in 1987 deze dagen door allerlei omstandigheden niet worden georganiseerd maar vanaf 1988 begint een ononderbroken jaarlijkse reeks van allemaal geslaagde tot zeer geslaagde Jongerenmuziekdagen. Alle verslagen spreken zonder uitzondering van een ongekend enthousiasme, humor, musiceerplezier en een grote onderlinge saamhorigheid. Die eerste keer had direct de toon gezet, daarom lieten wij ons niet uit het veld slaan, toen het in 1987 niet even mocht lukken. Het koor werkte die eerste keer o.l.v. Gottfried Sembdner en ondergetekende mee aan de dienst in de Lutherse Kerk in Ede en gaven na de dienst een kort koffieconcert. Heel prettig was het contact met cantor-organist Luuk van der Vegt, die tragisch genoeg twee jaar daarna overleed.
Nog twee keer kwamen wij terug in Hoekelum totdat wij in 1990 onze tenten opsloegen in Huize Weltevreden in Kerk-Avezaath bij Tiel. Het Luthers Buitencentrum was gemoderniseerd en was daarmee voor de Jeugdmuziekdagen en de Jongerenmuziekdagen minder geschikt geworden.

Kerk-Avezaath (1990-1998)

In Kerk-Avezaath hadden wij negen mooie jaren. De gastvrijheid was ongelimiteerd, de ruimte perfect afgestemd op de bescheiden wensen van jonge mensen en een goedklinkende Lutherse Kerk was in Tiel vlak om de hoek! Hier werden de Jongerenmuziekdagen een begrip en hoewel wij in Hoekelum de tweede keer 34 deelnemers hebben mogen verwelkomen steeg in Kerk-Avezaath dit aantal in 1993 zelfs tot 41. Drie maal werd ondergetekende in de muzikale leiding bijgestaan door Dick Troost, vanaf 1991 tot 1996 zal Jac Horde met zijn deskundigheid en onbegrensde humor de jeugd enthousiast weten te maken. Martin d'Anjou had de organisatie ondertussen overgenomen van Bart Bosmans die in 1986 de opstart mogelijk had gemaakt. Vanaf 1994 tot heden is de organisatie bij Gaby Hulsen, geruime tijd bijgestaan door Mascha de Haan.
In 1993 worden de dagen voor het eerst verschoven naar het Pinksterweekend. Door de vermaledijde vakantiespreiding was het niet meer mogelijk om in de Herfstvakantie landelijke Jeugdmuziekdagen te organiseren. Daarom verschoven deze dagen naar het weekend van Hemelvaart en de Jongerenmuziekdagen naar Pinksteren. Doordat veel jongeren juist rond Pinksteren vlak voor hun eindexamen zaten werd geprobeerd om de Jongerenmuziekdagen op een ander tijdstip te laten plaatsvinden. Zo werden in 1994 de Jongerenmuziekdagen drie weken na Pinksteren gehouden, in 1995 rond bevrijdingsdag (indrukwekkende medewerking aan de plechtige dodenherdenking bij het oorlogsmonument aan de Waal in Tiel) en in 1996 weer rond Hemelvaart, terwijl de Jeugdmuziekdagen toen als experiment plaatsvonden in maart tijdens de voorjaarsvakantie. Dit experiment was echter niet zo geslaagd en zo besloten wij uiteindelijk om de Jongerenmuziekdagen vanaf dat moment tijdens het Pinksterweekend te organiseren.
In Kerk-Avezaath werd ook begonnen met het begrip AIO (Assistenten in Opleiding), een altijd ietwat lacherig begrip, waarmee de deelnemers worden bedoeld die met enkele stukken voor het koor stonden om zo onder leiding van meer ervaren dirigenten in de praktijk dirigeerervaring op te doen. Zo werden deze dagen tevens een kweekschool voor jong talent en konden deze dagen bij de subsidieverzoeken tevens opgevoerd worden als cursusdagen met ‘educatief' karakter. Dat deze opzet heeft gewerkt (en nog steeds werkt) blijkt wel uit het feit dat het niveau er in het geheel niet onder geleden heeft en dat een aantal AIO's ondertussen in hun eigen omgeving een volwaardige (kerk)muzikale praktijk heeft opgebouwd. We denken b.v. aan Ed Kiel in Nijkerk, Mark Tempelaars in Delft, Jeroen de Haan in Woerden en Els Hermanides in Hilversum. De laatste drie jaar heeft Peter Bram 't Hoen zich bij dit gezelschap gevoegd. Monique d'Anjou is werkelijk het perfecte voorbeeld van hoe het ideale traject van onze activiteiten er uit kan zien: als allerjongste meegedaan met de Jeugdmuziekdagen, doorgegroeid naar de Jongerenmuziekdagen (en daarnaast Martin bijgestaan in de organisatie), meegezongen tijdens de werkweek, lid geworden van kamerkoren, zelf begonnen met een cantorij in Leiden en zich via de studie koordirectie in enkele jaren ontwikkeld tot een zeer bedreven koordirigent, zoals alle deelnemers van de laatste drie Jongerenmuziekdagen volmondig zullen kunnen beamen!
In 1998 komt dan het droeve afscheid van Huize Weltevreden en de altijd zo met ons meedenkende mevrouw van Kraats. Ons onderkomen ligt precies op het tracé van de Betuwelijn en het vertrouwde complex zal tot veler verdriet moeten worden afgebroken.

Heesch - Nunspeet - Amerongen (1999-heden)

Het viel niet mee een vergelijkbare accommodatie te vinden. In de ‘Wijsthoeve' in het Brabantse Heesch hadden wij gezellige en geslaagde dagen, maar het deed ons wel snel verder zoeken naar iets anders. Het moment dat voor altijd aan Heesch zal zijn gekoppeld is het curieuze moment waarop een hondje tijdens ons gebruikelijke kampvuur plotseling midden in het vuur sprong (waarschijnlijk om een afgekloven stukje vlees te bemachtigen) en als een ‘hot-dog' nog net op tijd door ons kon worden gered....
Terwijl wij vanuit Kerk-Avezaath meestal meewerkten aan de diensten in de Lutherse Kerk in Tiel (daarnaast waren wij in Culemborg, Nijmegen en Zoelen) en daar ook de meeste einduitvoeringen gaven, zo sluiten wij de Jongerenmuziekdagen in Heesch in 1999 af in de kapel van de Abdij van Berne in Heeswijk-Dinther. Vanaf 2000 richten wij wat dat betreft onze blik wat noordelijker en laten ons horen in de Lutherse kerken van Zwolle, Apeldoorn, Amersfoort en Utrecht. Wij zitten dan een aantal jaren in de ‘Duiventil' in Nunspeet, toevallig niet ver van de plaats waar tussen 1999 en 2001 het parallelle ‘Kerkmuziekweekend voor Jongeren' had plaatsgevonden. Vanaf 2003 zijn wij drie keer te gast in de ‘Blauwe Schuur' in Amerongen. Hier neemt het aantal deelnemers weer gestaag toe tot boven de 30. De plek is perfect ingericht voor deze dagen: een ideale repetitieruimte, veel groen rond het gebouw en alle ruimte voor kampvuur en barbecue. Helaas moeten wij voor 2007 weer op zoek naar een nieuwe locatie, omdat de ‘Blauwe Schuur' reeds door een andere groep is bezet.

De muziek

De keuze van de muziek is altijd bepaald geworden door de samenstelling van de groep, de tijd van het kerkelijk jaar en het resultaat van het onderling overleg tussen de dirigenten. Zingende jongeren zijn vaak jongeren die een instrument bespelen. Vanaf het eerste jaar is daarom ook veel aandacht besteed aan de instrumentale muziek. Niet alleen was er tijdens de concerten alle ruimte om allerlei instrumentale combinaties te laten horen, ook werd vaak speciaal muziek uitgezocht of gecomponeerd voor koor en instrumenten. En tijdens de pauzes was het eigenlijk nooit stil! Altijd hoorde je snel een fluit, een hobo, een klarinet, of noem eigenlijk alle instrumenten maar op! In 1993 waren wij b.v. voorzien van twee hoornisten en twee trompettisten, die voor de Pinksterdienst in Zoelen buiten op het kerkplein een luide Pinksterfanfare liet klinken, die ver voorbij Tiel moet zijn gehoord! Maar het accent viel uiteindelijk toch immer op de vocale muziek. En dan vanzelfsprekend op de muziek vanuit de Lutherse kerkmuzikale traditie. Maar daar bleef het niet bij. In 1986 zongen wij b.v. naast Schütz, Schein en Hassler ook al Dufay en Strawinsky. Altijd was er wel een aanleiding om in een bepaalde richting te zoeken, zoals in het hierboven reeds genoemde herdenkingsjaar 1995, toen wij meezongen bij de plechtige dodenherdenking en muziek uitvoerden van Mikis Theodorakis (‘Klagetrommel' uit de ‘Liturgie des Kindern, getötet in Kriegen') en de fraaie bewerkingen van Valeriusliederen van Jac Horde. In 1996 was het programma weer volledig Luthers gekleurd toen de Werkgroep 50 jaar bestond. In de eerste jaren kozen wij muziek rondom Hemelvaart, vanaf 1997 stond Pinkstermuziek centraal, hoewel wij daar op den duur deels toch maar weer vanaf stapten.... Altijd graag gezongen was de romantische muziek van Mendelssohn, Brahms, Reger, Tsaikovsky, Duruflé en daarnaast kregen ‘jubilarissen' ook alle aandacht: parallel aan de serie artikelen over de ‘vernieuwing van de kerkmuziek aan het begin van de 20ste eeuw' werd speciale aandacht gegeven aan Ernst Pepping, Hans Friedrich Micheelsen, Günter Raphael, Kurt Thomas en Walter Kraft. Veel Engelse kerkmuziek werd ingebracht door Monique d'Anjou, Els Hermanides deed ons Cornelis Boscoop ontdekken en ook de meest moderne muziek kreeg hier kansen: Ton de Leeuw, Daan Manneke, Vytautas Miskinis, Knut Nystedt, Wolfgang Stockmeier. En altijd zochten wij naar muziek die de groep aan zou kunnen of eigenlijk net iets daarboven! En vaak repeteerden wij dan met onuitputtelijke energie tot ver na sluitingstijd vrolijk verder! Het is de gouden formule van deze dagen die het mogelijk maakt om jonge mensen met de goede kerkmuziek in contact te brengen en te stimuleren daar in hun eigen omgeving mee door te gaan. Het is de gouden formule van een wel degelijk streng tijdschema en discipline aan de ene kant, met aan de andere kant alle ruimte om volledig jezelf te zijn. De muziek is dan voeding, scholing, ontspanning en plezier bij elkaar. Hoe zeer dat waar is bleek bij het doorlezen van het ‘Liber amicorum' dat Gaby Hulsen en ondergetekende ter gelegenheid van dit jubileum van de deelnemers aangeboden kregen! Dat blijkt ook uit het Luthers Projectkoor (voorheen Luthers Jongerenprojectkoor) dat uit deze Jongerenmuziekdagen is voortgekomen. Telkens dienen zich bij dit projectkoor nieuwe jonge enthousiaste zangers aan die zich meer dan één keer per jaar willen bezighouden met de vocale kerkmuziek. Het enthousiasme blijkt ook uit de reünies die regelmatig worden gehouden. Aan het eind van het reünieweekend in Zwolle in 1995 bracht dit enthousiasme de kerkenraad er toe na afloop alle jongeren zelfs ƒ 25 mee te geven......

Slot

Veel te veel valt er verder te vertellen over deze 20 jaar. Goede indrukken geven telkens de verslagen in Musica Sacra en verder zijn er stapels foto's, rijen geluids- en video-opnames, een radio-opname (Lutherse Te Deum door de IKON in 1991) en lovende recensies (b.v. Apeldoornse Courant in 2002). En als er wat te vieren viel werd dat altijd uitbundig gedaan: bowlen in Tiel bij de 5e keer, op bezoek bij de burgemeester in Heusden (allerkleinste Lutherse Kerkje in Nederland) bij de 10e keer, een huifkartocht bij de 15e keer en een Boerengolf (ongeziene vlaaien en greppels die toch nat bleken te zijn!) bij de 20ste keer. En altijd werkelijk 1e klas eten: vele jaren was Mascha de Haan de absolute superkok, de laatste jaren treedt Ineke van der Veen in haar voetsporen! En dan de onvergetelijke door Gaby georganiseerde Barbecues....
Veel hilariteit was er bij het door zijn stoel zakken van Mark Tempelaars tijdens een Pinksterdienst in Zoelen, het bevrijden van de geit, die uitgerekend tijdens het bevrijdingsweekend in 1995 met zijn hoorns in het hekwerk was blijven steken of de spontane polonaise met ‘Rejoice in the Lord alway' aan het eind van het openbare concert in Utrecht vorig jaar. Dat humor en ernst bij elkaar horen is in al die 20 jaar telkens overtuigend gebleken. Het deed de geloofwaardigheid van de kerkmuziek in ieder geval nooit tekort!

Moge er zo nog vele jaargangen volgen!

Hans Jansen