Door goede machten trouw en stil omgeven (lied 511)

Categorie Het nieuwe lied van Lutherse huize
Publicatie in Schiedams Kerknieuws
Datum oktober 2020

 

Door goede machten trouw en stil omgeven,
behoed, getroost, zo wonderlijk en klaar,
zo wil ik graag met u, mijn liefsten, leven,
en met u ingaan in het nieuwe jaar.

Lied 511 (Dietrich Bonhoeffer)

 

In de serie over het ‘nieuwe lied van Lutherse huize’ pas zeker ook het lied van Dietrich Bonhoeffer, zoals dat in een vertaling van Jan Willem Schulte Nordholt (lied 511) in ons liedboek is opgenomen. Als dit nummer van Schiedams Kerknieuws verschijnt zal de tentoonstelling met de door Bonhoeffer geïnspireerde kunstwerken van Inge Hoogenkamp alweer elders zijn opgesteld, mooi is dat dit lied tijdens de lezing van ds. Hans Buurmeester over leven en werk van Bonhoeffer op 26 augustus tot klinken is kunnen komen.

Bonhoeffer was zeer muzikaal, hij kon zeer goed piano spelen, ook de moeilijkste sonates van Mozart en Beethoven waren voor hem geen enkel probleem. In de gevangenis wist hij de muziek van de ‘Kleine Geistlichte Konzerte’ van Heinrich Schütz uit zijn geheugen op papier te zetten en zo troost te putten uit deze muziek. Maar ook de kerkliederen van Martin Luther en Paul Gerhardt konden hem iedere keer bemoedigen en hem in staat stellen om vol te houden. Hij merkte dat deze kerkliederen juist in deze benarde situatie ongekend tot leven kwamen.

Na anderhalf jaar in de gevangenis in Berlijn-Tegel gezeten te hebben, waar hij nog enig contact met de buitenwereld had, werd hij na de mislukte aanslag op Hitler in juli 1944 overgebracht naar de zwaarbewaakte keldergevangenis van de Gestapo. Hier vandaan heeft hij nog twee haastig geschreven brieven kunnen smokkelen. De eerste daarvan, geschreven op 28 december 1944 voor de verjaardag van zijn moeder, bevatte het gedicht waaraan lied 511 ten grondslag ligt. Het blijkt achteraf het laatste theologische geschrift van Bonhoeffer te zijn.

In Duitsland werd het gedicht ‘Von guten Mächten’ door verschillende componisten op muziek gezet, wat mij betreft is Adriaan C. Schurman erin geslaagd een melodie te schrijven die de tekst het meest recht doet.

Opvallend zijn de vijf lange noten aan het begin van het lied. Wij vinden zo’n reeks eigenlijk alleen nog bij de melodie van psalm 8. Een langzaam opstartende melodie, waarbij de muzikale spanning met iedere noot toeneemt en waarna een logische ontspanning volgt. In de tweede regel gebeurt met vier noten hetzelfde maar door de korte opmaat krijgt de melodie nu direct meer energie. De derde regel heeft zes korte noten na elkaar waardoor ruimte wordt gemaakt voor opnieuw een reeks van vijf lange noten die naar het melodisch hoogtepunt toewerkt aan het begin van de laatste regel.

De melodie lijkt op het eerste gezicht wat zwaarwichtig, hetgeen inderdaad strookt met het karakter van de tekst. Maar door de rustig voortschrijdende, vooral trapsgewijs opgebouwde, melodie ontstaat er ook een zekere rust en verstilling, een verstilling die naadloos aansluit bij ‘trouw en stil omgeven’. Fraai is hoe Schuurman belangrijke tekstaccenten weet aan te brengen. Na de vijf/vier lange noten komt het ‘trouw en stil’ en ‘wonderlijk en klaar’ volledig tot spreken en valt het melodisch hoogtepunt in de laatste regel telkens perfect samen met het meest kernachtige van de tekst, dat iedere keer in de vierde regel haar uitdrukking vindt.

Bonhoeffer schreef het lied aan het eind van het jaar maar het kan zeker ook goed op andere momenten gezongen worden, daar waar een nieuw begin zich aandient!

 

Hans Jansen

 

 

 

Dit artikel afdrukken Stuur dit artikel door