Maria ging op reis (lied 497)

Categorie: Het nieuwe lied van Lutherse huize
Publicatie in: Schiedams Kerknieuws
Datum: november 2019

Artikel openen in groter venster Stuur dit artikel door Dit artikel afdrukken


Maria ging op reis,
een reis van zeven dagen,
een ezel wou haar dragen.
Kyrieleis.
(Lied 497)

Bovenstaand kerstlied is verreweg het kortste lied dat in ons Liedboek in de rubriek ‘Kersttijd' is opgenomen. In vier korte regels beschrijft Luuk van der Vegt de ‘gang van Maria naar Bethlehem', ‘de kribbe', ‘de herders' en ‘de drie wijzen'. Zoals we bijvoorbeeld eerder zagen bij liederen van de Lutherse predikant Wonno Bleij is ook Luuk van der Vegt een moderne ‘Meistersinger', ook hij schreef zowel de tekst als de melodie.
Luuk van der Vegt (1934-1988) was schoolmusicus en kerkmusicus in Ede. Voor het basisonderwijs en de kindernevendienst ontwikkelde hij in de jaren tachtig van de vorige eeuw de veel gebruikte methode ‘De Muziektent' en ‘De Speeldoos'. Geruime tijd maakte hij deel uit van de redactie van ‘De Pyramide', het tijdschrift voor muzikale vorming van de Gehrels Vereniging. Tussen 1985 en 1988 was hij cantor-organist van de Lutherse Kerk in Ede. Voor de Lutherse cantorij componeerde hij veel antifonen, liedzettingen en evangeliemotetten. In de delen ‘Zingend geloven' werden enkele liederen van hem opgenomen, daarnaast schreef hij kinderliederen voor de serie ‘Bijbelliederen voor jonge kinderen'. Lied 497 (‘Maria ging op reis') is zo'n kinderlied dat in alle eenvoud de inhoud van het betreffende Bijbelverhaal compact en helder tot leven brengt.
De eenvoudige tekst kreeg een even eenvoudige melodie, zonder daarbij te vervallen in simplisme. Zoals de tweede en derde regel tekstueel rijmen (dagen/dragen), rijmen de tweede en derde regel ook melodisch. De tweede regel wordt letterlijk herhaald, alleen is in de derde regel de laatste noot iets verlengd. Hierdoor ontstaat rust in de melodie en wordt aandacht vrijgemaakt voor het telkens afsluitende ‘Kyrieleis'. Het lied staat bij de rubriek ‘Kersttijd', maar zou in de weken van Advent (als het Gloria vervalt) ook heel goed als Kyrielied gezongen kunnen worden.
Luuk van der Vegt zag het kerklied als het centrum van de kerkmuziek. Hij bracht het eens als volgt onder woorden: ‘Al zingend veeg je alle brokjes van je bestaan weer bij elkaar. Door een lied kan je weer even compleet mens worden. Soms zing je woorden die eigenlijk te hoog zijn, dan moet je op je tenen staan, dan zie je meer en word je er groter van'.

Hans Jansen

Geraadpleegde bron:
Dick Troost, Ter gedachtenis van cantor-organist Luuk van der Vegt, in: Musica Sacra september 1988 (Nr. 5)