Gij die ver voor ons uit (Lied 559)

Categorie: Liederen uit Scandinaviƫ
Publicatie in: Schiedams Kerknieuws
Datum: maart 2019

Artikel openen in groter venster Stuur dit artikel door Dit artikel afdrukken


Gij die ver voor ons uit
doordrong in 't land der angst,
help ons in 't donker,
o Heer, U te vinden.
Lied 559

Met lied 559 is een boeiend hymnologisch verhaal verbonden. De tekst werd in 1968 geschreven door Olov Hartman. Hij schreef deze tekst echter op een reeds bestaande melodie uit 1959 van Sven-Erik Bäck. Eigenlijk is het altijd het omgekeerde, de componist laat zich inspireren door een liedtekst, hij geeft muzikale accenten als de tekst daarom vraagt, de tekst is leidend, de muziek is dienend. Hier dus het omgekeerde, maar niet alleen de volgorde van ontstaan is opvallend, ook het gegeven dat Olov Hartman zijn tekst schreef op een ‘twaalftoonmelodie'.
Een twaalftoonmelodie gaat uit van een vaste reeks van 12 tonen binnen het octaaf die in deze volgorde maar één keer gebruikt worden. Variaties zijn spiegeling van de reeks (omhoog wordt omlaag), de kreeftengang (achterstevoren) en de combinatie van deze twee technieken, kortom een zeer theoretische en zakelijke manier van componeren. Het was een anti-Romantische stijl in het begin van de 20ste eeuw (o.a. Arnold Schönberg), waarmee men zich af wilde zetten tegen de overspannen sentimentaliteit van de Hoog-Romantiek. Uiteindelijk heeft deze stijl geen wortel kunnen schieten door de vervreemdende werking die van deze stijl uitgaat. De abstracte, objectieve, reeksen staan te ver af van het muzikale gevoel van de mens. Los van dit gevoel zijn de ingewikkelde melodische sprongen alleen voor professionele zangers goed te zingen, zeker niet voor gemeenteleden in een kerkdienst.
Het lukte de Duitse kerkmusicus Johannes Petzold dan ook niet om het lied in zijn gemeente aangeleerd te krijgen, hetgeen hem ertoe bracht om zelf een melodie te schrijven. Het is deze melodie die in ons liedboek is opgenomen. Opvallend is dat de twaalftoonmelodie van Sven-Erik Bäck wel is opgenomen in het nieuwe Zweedse liedboek ‘Svenska Psalm Boken' uit 1986. Een melodie, die haaks staat op de romantische weemoed die zo eigen is aan de kerkliederen uit Scandinavië... De melodie van Petzold ademt dezelfde ingetogen sfeer als bij zijn Adventslied ‘De nacht is haast ten einde' (lied 445), dezelfde mineurklank en melancholie. Het is net of Petzold met zijn melodie de Noordse levenssfeer alsnog wil herstellen!
Hoewel het lied in ons liedboek is opgenomen in de rubriek ‘Veertigdagentijd' kan het ook heel goed als Avondmaalslied of als een Kyrielied in de liturgie ingepast worden.
Het tweede deel van elke strofe is immers een gebed met de drieslag ‘Heer, Jezus Christus, Heer', waarin het aloude Kyrie wordt herkend. De eerste twee regels van elk couplet gaan telkens over hoe Christus zich aan de wereld toont: helper, schenker van vergeving en brooddeler. Het is een tekst zonder rijm, hetgeen Petzold inspireerde tot een doorgecomponeerd melodie, ‘aus einem Guss'.
De eerste twee regels gaan diep omlaag, waarbij de laagste noten op het ‘doordrong in ‘'t land der angst' met een schrijnende frygische ‘es' op ‘land'. In het gebedsdeel ( 3e en 4e regel) beweegt de melodie zich weer omhoog met de hoogste, brede noot op ‘Heer', waarna de afsluiting niet, zoals gebruikelijk, op de tonica (thuishaven) plaatsvindt, maar op de none (9e noot van de toonladder) van de toonsoort g mineur. Met dit verrassende einde lijkt Petzold nog snel even een knipoog te willen geven aan Sven Erik-Bäck met zijn oorspronkelijke twaalftoonreeks!

Hans Jansen