Ik wandel in gedachten (Lied 480)

Categorie: Liederen uit Scandinaviƫ
Publicatie in: Schiedams Kerknieuws
Datum: december 2018

Artikel openen in groter venster Stuur dit artikel door Dit artikel afdrukken


Ik wandel in gedachten
in Gods geboortehuis,
gezegend zijn de nachten
van Kerst, hier ben ik thuis.
Ik ben met ziel en zinnen
geopend, wonderstil.
Kom, wikkel U, Heer Jezus,
in diepten van mijn ziel
Lied 480

Een met recht ‘Scandinavisch' lied is het zeer bekende kerstlied ‘Mitt hjerte alltid vanker' (‘Ik wandel in gedachten'): de tekst werd geschreven door een Deense Lutherse bisschop, een Noorse vertaling werd het meest geliefd en een Zweedse volksliedmelodie lag ten grondslag aan de melodie die wij nu kennen.
De tekst is van Hans Adolph Brorson, Luthers bisschop in Denemarken tussen 1741 en 1764.
Het lied staat in de traditie van het Lutherse piëtisme van de Scandinavische landen, de beelden en de verhalen uit de Bijbel worden in deze vroomheidstraditie 'vanuit het hart' overdacht, in Scandinavië hebben ze daar de mooie naam 'hjertelighed' voor.
Brorson schreef meer dan 80 kerkliederen en publiceerde deze, samen met 190 vertalingen van Duitse piëtistische liederen, onder de titel ‘Troens rare klenodie' (‘Het kostbare juweel van het geloof'). Ook zijn liederen hebben een piëtistische inslag, maar worden nergens sentimenteel, het is ‘nuchtere, eerlijke geloofsemotie'. De Noorse componist Edvard Grieg nam zijn teksten als basis voor vier liedbewerkingen, waaronder het ook in Nederland vaak gezongen ‘Guds søn har gjort mig fri' (‘God's Zoon heeft mij vrijgemaakt)'en ‘Hvad est du dog skjøn' (‘O, hoe schoon zijt gij').
Bij het huwelijk van Haako, kroonprins van Noorwegen en Mette-Marit Tjessem, klonk tijdens hun huwelijksdienst in 2001 in de Dom van Oslo in grote verstilling ons lied ‘Mitt hjerte alltid vanker'. Hoewel er veel toonsherhaling voorkomt wordt de melodie niet eentonig. Soms kan een melodie wat houterig klinken als er veel dezelfde noten na elkaar zijn gecomponeerd, hier vallen ze precies op het goede moment en precies parallel met de woordaccenten van de tekst. Het ‘wandelen' wordt uitgebeeld in een rustig lopende gang van de melodie. Het lied is geschreven in een duidelijke vierkwartsmaat zonder dat het een strakke mars is geworden, de soepele achtste noten geven de melodie iets sierlijks. Bij ‘in gedachten' gaat de melodie fraai omlaag, je ziet iemand lopen, letterlijk in gedachten verdiept, waarna de lijn weer omhoog gaat bij 'in Gods geboortehuis', opkijkend, omhoog naar het mysterie van Kerstmis.

Hans Jansen