Lied 522 Toen Jezus bij het water kwam

Categorie: Liederen van Luther (Lutherjaar 2017)
Publicatie in: Schiedams Kerknieuws
Datum: februari 2017

Artikel openen in groter venster Stuur dit artikel door Dit artikel afdrukken

Toen Jezus bij het water kwam,
waar Hem Johannes wachtte,
werd Hij gedoopt, het zuiver lam,
de volheid der geslachten.
lied 522

In de reeks besprekingen van Lutherliederen zijn wij in de tijd van Epifanie aangekomen bij één van Luthers laatste liederen, ‘Christ unser Herr zum Jordan kam' (‘Toen Jezus bij het water kwam', lied 522). Dit lied is het Lutherse zondagslied voor de tweede zondag na Epifanie, de zondag van de ‘Doop in de Jordaan'. Met dit lied wilde Luther de reeks van catechismusliederen afronden: na liederen over het Onze Vader, (‘Vater unser in Himmelreich' - lied 370), het Credo (‘Wir glauben all an einen Gott' - lied 341), Avondmaal (‘Gott sei gelobet und gebenedeiet - lied 375) en de Tien Geboden (‘Dies sind die heilgen zehn Gebot' - niet in ons liedboek opgenomen) wilde Luther nog een lied over de Doop schrijven, om de dogmatiek via de muziek in de harten van zijn gemeente te leggen.
De voor-reformatorische herkomst van de melodie is onbekend. In 1524 gebruikte Luther deze melodie aanvankelijk voor zijn lied ‘Es wolle Gott uns gnädig sein', maar later werd deze tekst op een andere melodie gezongen en raakte de eerste melodie in onbruik. Deze eerste melodie moet Luther voor ogen hebben gehad bij het schrijven van zijn Dooplied, zo direct zijn woord en toon op elkaar betrokken.
Opvallend is vooral de laatste regel die met een hoog ‘fanfare-signaal' begint op de hoge c'', een regel om nooit te vergeten (catechese!) . Fraai is ook hoe de laatste regels van de strofen telkens op elkaar rijmen en zo iedere keer de kern van de tekst weergeven: in de eerste drie strofen: ‘Zijn sterven is ons leven', ‘diep in ons hart geschreven' (catechese!), ‘o God aan ons gegeven' en de laatste twee strofen: ‘voltooid en zonder zonden', ‘het paradijs hervonden'. In de Duitse tekst is de hoogste noot van de laatste regel in de eerste strofe gelegd bij ‘neues': ‘es galt ein neues Leben', waarmee Luther het nieuwe van de reformatorische geloofsvisie extra naar voren wilde brengen. In de Nederlandse vertaling is dat niet letterlijk overgekomen, maar ‘zijn sterven is ons leven' van de vertaler J.W. Schulte Nordholt geeft voldoende associaties met het ‘nieuwe leven' van de Paasmorgen!
Luther schreef dit lied aanvankelijk voor het Feest van Johannes de Doper (24 juni): het is in de Lutherse Kerk daarom het zondagslied van zowel de tweede zondag van Epifanie als van het Feest van Johannes de Doper.
Een lange reeks van bewerkingen van dit lied voor koor en orgel is in de loop der eeuwen gecomponeerd. De meeste bekende koraalbewerking is van J.S. Bach die in zijn BWV 684 de melodie in het pedaal laat omgeven met een constante stroom van vlugge zestiende noten, daarmee de stroom van het water met alle druppels en spetters weergevend!

Hans Jansen