Lied 618 Christus lag in de dood terneer

Categorie: Liederen van Luther (Lutherjaar 2017)
Publicatie in: Schiedams Kerknieuws
Datum: april 2017

Artikel openen in groter venster Stuur dit artikel door Dit artikel afdrukken

Christus lag in de dood terneer,
Geveld door onze zonden,
maar Hij verrees, Hij is de Heer,
de dood is overwonnen.
Lied 618


Hoewel Maarten Luther beslissende, revolutionaire veranderingen teweeg heeft gebracht in de Kerk, was hij zeker ook een man van de traditie. Hij wist dat iedere generatie op de schouders van de voorgaande staat en dat essentiële zaken uit het verleden ook voor nieuwe generaties eeuwigheidswaarde kunnen bezitten. Hij gooide de traditie daarom zeker niet overboord. Het woord ‘traditie' is afkomstig van het Latijnse ‘tradere': ‘doorgeven'; het goede wordt doorgegeven aan de volgende generaties. Traditie is zo de ‘humus voor de toekomst'.
Ook bij het schrijven van zijn kerkliederen keek Luther terug naar het verleden en ging hij vaak uit van middeleeuwse gezangen. Hij bewerkte deze en maakte ze verstaanbaar voor zijn gemeente. Zo was het ook met het lied ‘Christ lag in Todesbanden' dat hij schreef in het zeer vruchtbare liedjaar 1524. Hij ging daarbij uit van de middeleeuwse Paassequens ‘Victime paschali laudes' van de dichter Wipo van Bourgondië (11e eeuw). Elementen van deze melodie vinden we ook terug in het paaslied ‘Christ ist erstanden' (lied 613, 616) en in de melodie van psalm 80.
Pasen is het centrum van het kerkelijk jaar, alle zondagen zijn betrokken op dit Hoogfeest, sowieso de 40-dagentijd voor Pasen (of beter: de 50 dagen vanaf zondag Quinquagesima, als laatste zondag van de voorvasten) en de 50 dagen na Pasen, maar ook in de ‘groene' tijd van het kerkelijk jaar is iedere zondag als ‘opstandingsdag' eigenlijk gericht op Pasen (de zondagen in de 40-dagentijd zijn daarom ook niet meegeteld in de reeks van vastendagen).
Luther schreef zijn lied in een strenge structuur, architectuur: het bestaat uit zeven strofen met ieder zeven regels van ieder zeven lettergrepen (in het Duitse origineel) en precies in het centrum van het lied legt Luther de Bijbelse kerngedachte van Pasen: ‘de strijd werd vorstelijk beslecht' (lied 618) of zoals in de Liedboek 1973: ‘Nu is Godlof het pleit beslecht, Christus is onze vrede.' Het revolutionaire vinden we hier in de vondst van Luther om in de zesde regel door de oude melodie van ‘Victime paschali laudes' heen te breken: in de oude melodie loopt de melodie nog tot de hoge d'', hier breekt de paasvreugde een toom hoger met de hoge e'' definitief door de octaaf-omvang heen! Luther is hier zanger èn prediker, musicus èn exegeet!

Hans Jansen