Lied 671 Nu bidden wij de Heilige Geest

Categorie: Liederen van Luther (Lutherjaar 2017)
Publicatie in: Schiedams Kerknieuws
Datum: mei 2017

Artikel openen in groter venster Stuur dit artikel door Dit artikel afdrukken


Nu bidden wij de Heilige Geest
om een recht geloof het allermeest,
dat Hij ons verblijde en ons bevrijde
en aan 't einde ons naar huis geleide.
Kyrieleis.

Lied 671, het Lutherse zondagslied voor de 1e Zondag na Trinitatis, kent een lange en interessante voorgeschiedenis. Reeds in 1250 vermeldt de franciscaan Berthold van Regensburg het lied in één van zijn preken en noemt het als één van de beste liederen van zijn tijd. Dat betreft dan nog alleen de eerste strofe, Luther zou daar later de drie ons bekende strofen aan toevoegen. In 1460 wordt deze eerste strofe ook gevonden in de congregatie Windesheim, vlak bij Deventer, het bewijs dat het lied ook al in de Nederlanden gezongen werd. Het werd één van de meest populaire gezangen, vooral door het gebruik om tijdens het zingen van dit lied een duif als symbool van de Heilige Geest door de kerk te laten vliegen en als er geen levende duif voorhanden was dan een houten duif, bungelend aan een touw!
Ook buiten de kerk werd dit lied, vooral in politieke omstandigheden, aangeheven zoals tijdens de Boerenoorlog in de fatale slag bij Frankenhausen in 1525 of tijdens de gruwelijke Bartolomeusnacht in 1572, toen vele martelaren met dit lied op de lippen de dood in gingen.
Luther breidt in 1524 het lied uit en voegt er drie nieuwe strofen aan toe, helemaal in de stijl van het Middeleeuwse lied. Fraai is hoe hij de kernwaarden van zijn theologie verwerkt in deze strofen. Het ‘sola fides - sola gratia - sola scriptura' vinden wij terug in de drie coupletten in achtereenvolgens ‘Glauben'(geloof), ‘Gunst' (genade) en bijbelcitaten (schrift). Ook maakt Luther het lied persoonlijker: wordt in de eerste (Middeleeuwse) strofe ‘God' niet direct aangesproken en is het meer een afstandelijk ‘Votum' met ‘Nu bidden wij de Heilige Geest', in de drie toegevoegde coupletten is sprake van de directe rede: ‘Geef, kostbaar licht / Geef, heilge liefde / Geef, hoogste Trooster'.
Het lied is vooral bekend als Pinksterlied, maar Luther had het aanvankelijk bedoeld als lied ‘post communionem', als lied na het Avondmaal. Later gaf hij het een vaste plaats tussen de epistel- en evangelielezing, dus op de plaats van ons huidige zondagslied. Uiteindelijk nam hij het op in de rubriek begrafenisliederen (‘en aan ‘t einde ons naar huis geleide').
Dat dit krachtige Lutherse lied veel gezongen mag blijven worden!

Hans Jansen